Faalangst

Onderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van faalangst bij je hoogbegaafde kind

Bij het beoordelen van de even-tuele aanwezigheid van faalangst bij je kind wordt een sociaal-emotioneel onderzoek afgenomen. Hierbij wordt gekeken hoe je kind in zijn vel zit, wat hij zelf zijn sterke en zwakke punten vindt en hoeveel zelfvertrouwen hij heeft. De ouders en leerkrachten wordt gevraagd een vragenlijst in te vullen.


Voorafgaand aan een onderzoek vindt altijd een intakegesprek plaats. Na afloop wordt een rapportagegesprek gehouden en krijg je een verslag met de bevindingen en adviezen mee naar huis. Ook kan een afspraak worden gemaakt voor psycho-educatie of een training.


Zie voor meer algemene informatie over het verloop van een onderzoek het kopje 'Onderzoek'.




Wat heb je aan een onderzoek naar faalangst bij je kind?



Als je weet dat je kind faalangst heeft, kunnen je kind en jij hier onmiddellijk en op eenvoudige wijze iets aan doen. Je krijgt adviezen over hoe je de angst bij je kind effectief tegen kunt gaan en je kind kan in een training leren positiever te denken en te accepteren dat ze niet alles in een keer kan. Opstandigheid, huilbuien en ontwijkingsgedrag nemen af en het doorzettingsvermogen wordt groter.




Wat is faalangst?



De meeste hoogbegaafde kinderen hebben wel een zekere aanleg voor perfectionisme: de  drang het zo goed mogelijk te doen. En dat is prima, maar als ze daarin te ver gaan en er een verlammende angst voor toetsen of voor het maken van fouten ontstaat, is er sprake van faalangst. Kinderen met faalangst geven in de klas liever geen antwoord dan dat de mogelijkheid bestaat dat ze het fout hebben, durven niet vooraan in de rij te staan met gym of raken enorm overstuur als ze een cijfer halen dat ze te laag vinden.




Praktijkvoorbeeld



Noa is slim en dat weet ze. Ze is 'goed in school' en is gewend de beste van de klas te zijn. Rekenen, taal, gym, alles gaat haar goed af en ze heeft altijd hoge cijfers gehaald. Dan krijgt ze in groep 7 opeens een 'matig' voor het rekenen met breuken. Noa raakt volledig in paniek, huilt, verfrommelt haar toetsblad en gooit het in de vuilnisbak. Dan trekt ze de conclusie: 'voor breuken ben ik niet slim genoeg, die kan ik niet, punt uit'. Ze stopt met leren en zelfs met opletten bij de instructies over breuken, 'want dat heeft toch geen zin'. En dan komen de procenten en denkt Noa onmiddellijk 'nou, dat zal ik ook wel niet kunnen'. Ze wil het niet eens meer proberen.


Noa volgt een faalangsttraining bij Pluspunt en leert haar eigen niet-helpende gedachten te onderzoeken en te vervangen door helpende gedachten. De school volgt de gegeven didactische adviezen op en al snel durft Noa het weer aan. En dan blijken die breuken en procenten best mee te vallen!

Photo on Visual hunt

Voor wie?



Je wilt dat je kind gelukkig is en zonder angst naar school gaat.



Mijn dochter weigert moeilijke opdrachten te maken.



Mijn zoon raakt volledig overstuur als hij een onvoldoende haalt.



Mijn dochter zit dágen te leren voor een toets, al kan ze het niveau met gemak aan.



Mijn zoon veinst ziek te zijn als de Cito-toetsen eraan komen en als hij dan wél naar school gaat lijkt hij nog echt ziek te worden ook.



Mijn zoon komt nooit aan het moeilijke werk toe. Hij doet veel te lang over het gemakkelijke werk, ook al hoeft hij hiervan niet alle opdrachten te maken.



Mijn dochter is hoogbegaafd, maar ze zegt dat het verrijkingswerk te moeilijk voor haar is.






Lees hier een artikel over faalangst bij hoogbegaafde kinderen